Op 26 juli hield ik de lezing Belichaamde Leegte, over zen in de kunst van Marije ter Weele. De uitgewerkte versie verschijnt hier in vier delen. Vandaag deel I: Doors of Daitokuji.
De eerste keer in Kyoto wachtte ik zeven dagen op mijn sollicitatiegesprek met de zenmeester. Hij was druk. Japan joeg mijn spaargeld er intussen in Shinkansen-vaart doorheen en belangrijker, ik wilde drie maanden intern, alles doen wat de monniken doen, niet alleen dat laffe ’s avonds meezitten. Daarover had ik nog geen enkele toezegging.
Op de avond voordat de eerste sesshin begon, was het dan toch zover. Strak van stress liep ik de oprijlaan op, vooral beducht voor het Spartaanse regime binnen de kloostermuren. Ondanks dat had ik had m’n bagage vast meegenomen, en dacht: ‘degene die wil dat ik hier nog vertrek, moet me wegslepen. Uit mezelf ga ik niet meer!’
De zenmeester liet me mijn naam op een stukje papier schrijven en zei: ‘You can stay. I just wanted to see your eyes.’
Dat weekje was overigens niks vergeleken bij wat een monnik moet doorstaan als hij het klooster in wil. Eerst twee dagen op een houten trap, afwachten of hij binnengelaten wordt, en dan nog vijf dagen in een klein hokje, de hele dag in zazen.
**
Ook Marije kreeg haar portie. Zij wachtte voor een subtempel van Daitokuji om er te mogen mediteren. De deur bleef dicht, vooralsnog. Maar juist in dat wachten, in het gesloten zijn, gaat die deur open – een ongelakte, houten deur blijkt een wereld op zich, in ontelbare vormen, kleuren en nuances. ‘Daar was mijn meditatie al begonnen’, zegt Marije erover.
Er is een kunstenaarsoog voor nodig om dat te zien en over te brengen, om op dat moment zo open te kunnen kijken, je te laten verwonderen. Het resultaat is de serie Doors of Daitokuji.
Lees ook:
Een leven lang in het bamboebos (interview met Marije ter Weele)
Belichaamde leegte II – het begrip ‘Ma’
Belichaamde leegte III: ‘Ma’ in de Japanse kunst
Belichaamde leegte IV: Zen in de kunst van Marije ter Weele